Gezamenlijke verklaring ter gelegenheid van het officiƫle bezoek aan de Republiek Azerbeidzjan van de eerste minister van het Koninkrijk Belgiƫ, de heer Jean-Luc Dehaene

Van 13 tot 15 april 1998 was de eerste minister van België, de heer Jean-Luc Dehaene, op uitnodiging van de President van de Republiek Azerbeidzjan, de heer Heidar Alijev, op officieel bezoek in de Republiek Azerbeidzjan. Dit bezoek vond voor het eerst plaats en was een belangrijke stap in de ontwikkeling van de bilaterale betrekkingen.

Tijdens het officiële bezoek ontmoette de heer Jean-Luc Dehaene de President van de Republiek Azerbeidzjan Heidar Alijev, de voorzitter van het Milli Majlis (Parlement) de heer Murtuz Aleskerov en de premier de heer Artur Rasizade.

De partijen bespraken belangrijke zaken op het gebied van bilaterale samenwerking en van internationale kwesties die een gemeenschappelijke interesse hebben opgewekt. Het bezoek was een verdere stap in de versterking van de bilaterale betrekkingen. De concrete resultaten van deze onderhandelingen zullen een nieuwe impuls geven aan de ontwikkeling van de relatie op alle gebieden. De President van de Republiek Azerbeidzjan en de eerste minister van het Koninkrijk België hechten veel belang aan de voortzetting van een regelmatige dialoog over bilaterale economische en politieke vraagstukken. Ze zijn tot een akkoord gekomen over de kwestie om consultaties met deze doelstelling te houden. De vorm van deze overleggen zal bepaald worden  door de diplomatieke kanalen.

De Azerbeidzjaanse zijde informeerde de Belgische delegatie over de situatie in de republiek, evenals de belangrijkste ontwikkelingen van de democratische hervormingen van de regering in politieke en sociaal-economische sectoren. De Belgische zijde heeft opgemerkt dat ze deze hervormingen ondersteunt en benadrukte het belang van de inspanningen die in deze richting worden genomen.

Beide partijen hebben bijzondere aandacht besteed aan manieren waarop de bilaterale samenwerking in de sectoren van de industrie, handel en investeringen kan worden versterkt. Beide partijen hebben opgemerkt dat Azerbeidzjan en België de noodzakelijke condities moeten creëren voor een dergelijke samenwerking. Zij aanvaardden de wettelijke documenten voor de ontwikkeling van de samenwerking op verschillende gebieden.

Beide partijen hebben gewezen op het belang van de participatie van het Belgische bedrijf  “Petrofina” aan het consortium dat is opgericht voor het onderzoek naar en de exploitatie van de olievindplaatsen “Lyankyaran-Denise” en “De Talysh-Denise” in de Azerbeidzjaanse sector van de Kaspische Zee. De eerste minister van België onderstreepte, verwijzend naar het bezoek van de Belgische economische missie aan Azerbeidzjan in september 1997, de belangstelling van zakelijke gelederen in zijn land voor de versterking van activiteiten in onze Republiek en voor studies naar manieren om deel te nemen aan de economie van de Republiek Azerbeidzjan, onder andere in de olie- en gassector.

Tijdens de verschillende bijeenkomsten hebben de partijen van gedachten gewisseld over de ontwikkeling van de betrekkingen tussen de Republiek Azerbeidzjan met de Europese en Trans-Atlantische organisaties. Beide partijen hebben opgemerkt dat ze belang hechten aan de verdere ontwikkeling van de Europese en Trans-Atlantische architectuur, om alle nog bestaande scheidslijnen en centra van invloed te elimineren, en om de vorming van mogelijke nieuwe te voorkomen. Een dergelijke Europese en Trans-Atlantische architectuur zorgt voor de vooruitgang en de veiligheid van elke staat, onafhankelijk van de grootte en de geografische ligging in het OVSE-gebied.

Wat dat betreft zijn beide partijen gelijkgestemd over het feit dat de overeenkomst inzake het partnerschap en de samenwerking, dat is ondertekend tussen Azerbeidzjan en de Europese Unie op 22 april 1996, van bijzonder belang is. Elk van de partijen wijst op de noodzaak van een zo spoedig mogelijke ratificatie. Tegelijkertijd hebben de partijen de verdere ontwikkeling van de betrekkingen tussen Azerbeidzjan en de NAVO, alsook met de Raad van Europa welkom geheten.

Beide zijden verwelkomden de rol van de OVSE in het oplossen van de conflicten in de regio en zijn overeengekomen dat de rol van de OVSE in de preventieve diplomatie en crisiseliminatie moet worden versterkt. Op basis van deze inzet voor de consolidering van de vrede en veiligheid zullen ze met vreedzame middelen helpen bij het sneller oplossen van gewapende conflicten op het Europese continent en om het ontstaan van nieuwe conflicthaarden te voorkomen. Beide partijen vinden dat ondersteuning van de onafhankelijkheid, soevereiniteit en territoriale integriteit van de Republiek van Azerbeidzjan zullen bijdragen tot de vrede en stabiliteit in Europa.

Opnieuw is het belang van de beginselen en verplichtingen over veiligheid en stabiliteit in Europa, op zich genomen door landen-leden van de OVSE, bevestigd. Beide zijden ondersteunen een snelle en vreedzame oplossing van het conflict in Nagorno-Karabach en zijn het er over eens dat een dergelijke regeling moet berusten op een constructieve bijdrage van de groep van Minsk en op de drie principes die op de OVSE-top in Lissabon werden aangenomen. Men benadrukte het belang van vrede, stabiliteit en vooruitgang in de regio.

De partijen erkennen volledig de door iedereen geaccepteerde beginselen van het internationaal recht en bevestigen, daarop steunend, de gehechtheid aan de principes van territoriale integriteit van staten, het vermijden van gebruik van geweld of dreiging van geweld in internationale betrekkingen, en het niet erkennen van afgedwongen veranderingen van internationaal erkende grenzen. 

Ondertekend in de stad Bakoe op 13 april 1998

President van de Republiek                                Eerste minister van

Azerbeidzjan                                                          het KoninkrijkBelgië

Heidar Alijev                                                          Jean-Luc Dehaen