"Contract van de Eeuw"


Op 20 september 1994 werd in Bakoe, in het paleis "Gulustan", een overeenkomst getekend over de verdeling van de aandelen in de productie van olie en voor de gezamenlijk ontwikkeling van de diepwater vindplaatsen "Azeri", "Chirag", "Guneshli" in de Azerbeidzjaanse sector van de Kaspische Zee. De overeenkomst is dankzij zijn historische, politieke en internationale waarde het "Сontract van de eeuw" genoemd. Het document heeft een omvang van ongeveer 400 bladzijden en is in 4 talen weergegeven. De ondertekening van het "Contract van de eeuw" werd bijgewoond door 13 bekende oliemaatschappijen (Amoco, BP, McDermott, Unocal, SOCAR, Lukoil, Statoil, Exxon, Türk Petrollary, Pennzoil, Itochu, Remco, Delta) en 8 landen (Azerbeidzjan, Verenigde Staten, Nederland, Rusland, Turkije, Noorwegen, Japan en Saoedi-Arabië). Dit is het begin van een succesvolle implementatie van de nieuwe olie strategie en doctrine in Azerbeidzjan. Het "Contract van de eeuw" is goedgekeurd door het Milli Majlis van de Republiek Azerbeidzjan, en is op 12 December 1994 in werking getreden. Volgens de eerste schattingen bedroegen de olie reserves die geëxtraheerd zouden kunnen worden 511 miljoen ton, maar vervolgens is op basis van de evaluatieresultaten van de test putten, deze voorraad op 730 miljoen ton vastgesteld. Het bedrag van de investeringsuitgaven die zijn vereist voor de ontwikkeling van de vindplaatsen is op 11,5 miljard US-dollar gesteld. Het aandeel van Azerbeidzjan van de totale nettowinst is 80 %, het aandeel van beleggers is 20 %.